http://www.managementsite.net
vóór en dóór professionals
Weerstand,
wat doet u met uw emotionele reactie daarop? (Deel II)
Datum: 20-01-2004
Aantal woorden: 2939
Aantal pagina's: 9
Rubriek: Verandermanagement
Type: Artikelen
Managers
voelen zich vaak persoonlijk geraakt door weerstand tegen de veranderingen die
zij willen doorvoeren. Als gevolg kunnen er in organisaties zichzelf
versterkende processen van actie en reactie ontstaan. Daardoor kunnen
veranderingen stagneren of zelfs in het geheel niet van de grond komen. Juist
de emotionele reactie van de manager op die weerstand vormt een belangrijke
barrière om deze patronen te kunnen waarnemen en vervolgens te doorbreken. In
een eerder
artikel in Managementsite.net bespraken wij het
interactieve systemische patroon. Ditmaal zullen wij nader ingaan op het daadkracht-patroon.
Naast hun veranderkundige bagage,
brengen managers bij het interveniëren ook zichzelf mee. Hierdoor kan een
persoonlijk patroon als reactie op weerstand ontstaan. Dit persoonlijke patroon
kan op háár beurt de trigger zijn van een negatief
systemisch patroon. Indien de manager in een dergelijk patroon belandt, worden
door deze juist die interventies gedaan, die de negatieve spiraal versterken.
Organisatie en manager kunnen daardoor in een zodanig actie-reactie
patroon geraken, dat veranderingen stagneren of zelfs in het geheel niet van de
grond komen.
Kenmerkend voor systemische
patronen is, dat zij voor de participanten moeilijk te
herkennen en te benoemen zijn. Zij vormen daarvoor zelf teveel een onderdeel
van het probleem en zijn te nauw betrokken. Dit zet de situatie vast. Het maakt
dat de veranderingsmanager niet alleen reageert zoals hij reageert, maar stelt
hem tevens niet langer in staat om op afstand te beschouwen wat er aan de hand
is
In onze praktijk komen wij bij
veranderingsprocessen een aantal van deze zichzelf versterkende processen
steeds opnieuw tegen. Deze processen lijken terug te voeren op een aantal
systemische patronen, die zowel in een negatieve als in een positieve actie-reactie spiraal kunnen geraken. Een negatief
systemisch patroon is daarbij weerstandsverhogend. Een positief systemisch
patroon bevordert veranderingsbereidheid en commitment.
In een eerder artikel in Managementsite.net
bespraken we het interactieve systemische patroon aan de hand van de casuïstiek
van organisatie Z. waar directievoorzitter Bram de leiding heeft. Ditmaal gaan
wij nader in op het daadkracht-patroon.
De middelgrote organisatie X, waar
veel professionals werken, bevindt zich in een turbulente fase. De
bestaansreden staat ter discussie. Een strategische koersverandering en
heroriëntatie op markt en klant lijken daardoor nodig. Directievoorzitter Chris
– die al een aantal jaren aan de organisatie verbonden is - heeft van de Raad
van Commissarissen de opdracht gekregen het tij te keren en met een
daadkrachtig plan te komen. Chris heeft het idee dat er behoefte is aan een
uitdagende visie op de toekomst, waarvan – waarschijnlijk - een ingrijpend
veranderingsproces het gevolg zal zijn. Chris vindt de medewerkers,
lijnmanagers en directeuren van zijn organisatie nogal behoudend. Hij vreest
dat zij zich bij voorbaat tegen een verstrekkende verandering zullen verzetten.
Hij is beducht dat hij - door hen erbij te betrekken – meteen over de visie zal
moeten onderhandelen en veel water in de wijn zal moeten doen.
Het lijkt Chris daarom voor
de gang van zaken het beste, als zijn medewerkers, lijnmanagers en de andere directieleden
niet te veel betrokken worden in het proces van strategievorming. Chris kan dan
tempo houden en ook het gewone werk kan zo ongestoord mogelijk doorgaan. Om de visie-ontwikkeling plaats te kunnen laten vinden, richt
Chris een kleine strategische werkgroep in. Daarin neemt een beperkt aantal
vertegenwoordigers van de organisatie zitting en een aantal deskundige externe
adviseurs. Zij zullen hem inhoudelijk ondersteunen. Chris beseft, dat het
daarnaast nodig is om aansluiting met de organisatie te behouden. Hij besluit
daarom in ieder geval te zorgen voor een transparant proces met duidelijke
doelen, mijlpalen en goede informatievoorziening. Hiermee belast hij
projectmanager Karin. Ook zullen er door haar een aantal klankbordgroepen
worden geformeerd. Vanwege dezelfde reden.
Het proces van visie-ontwikkeling loopt voorspoedig. Al snel ligt er een
uitgekiende strategie. En in het begin zijn ook de bijeenkomsten van de
klankbordgroepen nog levendig. Echter, het draagvlak ontwikkelt
zich niet zoals Chris had gehoopt. Hij bemerkt dat in de
informatiebijeenkomsten voor managers en medewerkers, die door Karin worden
georganiseerd, veel stiltes vallen. Er worden nauwelijks vragen gesteld. Ook
het intranet wordt slechts beperkt bezocht. De OR is daarentegen
juist heel actief. Zij zwaait aanhoudend met de regels en Chris merkt dat zij
probeert de contacten met de externe partijen, zoals de vakbonden, overheid en
politieke partijen te vergroten. Chris houdt als antwoord de OR bewust kort.
Zijn overleggen met de OR zijn formeel, de stukken steeds net op tijd en
meestal is er niet echt ruimte voor overleg. Dat ontaardt volgens Chris anders
toch maar in een welles-nietes discussie over wat het
beste is voor de organisatie. Zo nu en dan wordt er door een (anonieme)
medewerker gelekt naar de pers. Chris interpreteert deze signalen als
desinteresse en teken van het smalle blikveld, waar hij al zo voor vreesde.
Zelfs in zijn eigen Directie-overleg stuit hij
hierop. Zijn plannen worden te ambitieus gevonden. Dit alles Chris steeds meer
irriteren. En hij gaat het persoonlijk opvatten.
Van Karin krijgt Chris steeds
méér signalen door over het ontbreken van draagvlak. Bij een groot aantal
medewerkers, lijnmanagers en OR-leden is het gevoel
ontstaan niet serieus te worden genomen. Zij krijgen niet de mogelijkheid om
hun inhoudelijke kijk op de zaak te ventileren. Bij een flink aantal heeft
bovendien het idee postgevat, dat de veranderingsplannen van Chris en zijn
werkgroep niet juist zijn. Zij vinden dat de uniciteit van de organisatie
erdoor wordt verkwanseld en dat de competenties die nodig zijn om de visie van
Chris te realiseren, niet in huis zijn. Naar hun mening is de situatie niet zo
turbulent en somber als Chris deze voorstelt. De huidige markt biedt de
organisatie voldoende kansen. Chris is weinig ontvankelijk voor deze afwijkende
mening en reageert geïrriteerd. Hij vindt zijn organisatie kortzichtig. Volgens
hem is men zich te weinig bewust van de urgentie.
Karin
vindt het steeds moeilijker de toenemende weerstand in de organisatie bij Chris
aan te kaarten. Zij merkt dat Chris zich heel gekrenkt voelt, als zij hem op de
hoogte brengt van de reacties. Zij weet ook dat hij het goed voor heeft met de
organisatie en dat hij gelooft in zijn visie. Zij observeert dat Chris de
contacten met medewerkers en managers steeds meer uit de weg gaat. Zijn
mededirectieleden informeert hij alleen nog mondjesmaat. Ook voor de resultaten
van de klankbordgroepen maakt hij steeds minder tijd vrij. De geplande serie
informatiebijeenkomsten vervangt hij door zakelijke memo’s. Hij laat een
externe jurist uitzoeken wat precies zijn wettelijke ruimte is richting OR en
vakbonden. Chris vertelt Karin dat hij zich niet uit het veld laat slaan en
volhardt steeds meer in zijn visie. De Raad van Commissarissen - tot wie de
weerstand in de organisatie (nog) niet in zijn volle omvang is doorgedrongen -
moedigt hem aan door te gaan op de ingeslagen weg. Ze geeft hem veel
complimenten voor zijn uitdagende plan. Zij ziet met Chris de toekomst van de
organisatie weer vol vertrouwen tegemoet. Ook voelt Chris zich gesteund door
zijn externe adviseurs, die graag zien dat hun plannen worden geïmplementeerd.
Het voorbeeld van directievoorzitter
Chris is een van patronen die wij bij vastgelopen veranderingsprocessen
veelvuldig aantreffen. Chris meent dat zijn heldere nieuwe koers en vaste hand
aan het roer, alsook de transparantie van het proces zijn organisatie de
sturing geven die nodig is om het tij te kunnen keren.
Het negatieve actie-reactie patroon ontstaat doordat Chris in zijn
organisatie geen enkel draagvlak voor zijn daadkracht heeft. Door zijn
organisatie wordt betwijfeld, of de sturing die Chris wil geven wel nodig is. Als enig antwoord op de weerstand die daardoor in de organisatie
ontstaat en steeds verder toeneemt, versterkt Chris zijn daadkracht en vergroot
hij zijn onbereikbaarheid. Hij doet daarmee precies die interventies,
die de weerstand alleen maar verder aanwakkeren. Chris gaat
niet twijfelen of zijn veranderingsproces heroverwegen. Ook gaat hij de
dialoog uit de weg. Chris vindt zíjn koers de enig juiste en houdt onverkort
aan zijn plannen vast. In zijn ogen is het voldoende
dat hij zich verzekerd weet van de steun van zijn Raad van Commissarissen. Hij
wil graag aan hun opdracht voldoen. Hij voelt zich hierbij geruggesteund
door zijn externe adviseurs.
Hoe worden Chris en zijn
organisatie getriggerd en van welk systemisch patroon
is hier sprake? Een systemisch patroon bouwt zich altijd over een langere
periode gaandeweg op. Het wordt gekenmerkt door herhaling van een ingezette actie-reactie spiraal, die het systemisch patroon
onveranderd in stand houdt. In de casus van Chris en zijn organisatie is deze actie-reactie spiraal de volgende:
Chris voelt zich gekrenkt
door de weerstand van de organisatie tegen de koers die door hem zo slim is
uitgedokterd en die in zijn ogen noodzakelijk om te overleven. Maar hij is niet
de enige die zich miskend voelt. Ook medewerkers en managers
voelen zich niet erkend: Chris betrekt hen niet en luistert niet naar hun
argumentatie. Dezelfde medewerkers en managers beoordelen Chris als
arrogant door de hardnekkigheid waarmee hij aan zijn visie vasthoudt. Op zijn
beurt vindt Chris zijn managers en medewerkers kortzichtig. Hij begrijpt niet
waarom ze de reikwijdte en noodzaak van zijn plannen niet zien.
De medewerkers voelen zich
steeds meer behandeld als kleine kinderen. Terwijl directievoorzitter Chris
zich juist steeds vastbeslotener gaat gedragen. De medewerkers reageren steeds
passiever en trekken zich steeds meer terug. Er is alleen wat passief verzet
dat zich uit in lekken naar de pers. De OR wordt steeds agressiever. Zij maakt
zich op voor de strijd door allianties te sluiten met externe partijen. Chris
houdt bij dit alles daadkrachtig en onverkort aan zijn visie vast. Hij gooit
daarmee echter steeds meer olie op het vuur. Zijn acties om de beleidsruimte te
minimaliseren en de contacten verder terug te brengen versterken de passiviteit
van medewerkers en verscherpen de agressiviteit van de OR nog verder. Gevolg is
dat een splitsing dreigt, waarbij Chris en zijn organisatie in het
veranderingsproces pal tegenover elkaar komen te staan.
In
dit proces gaat Chris zich steeds meer gekrenkt én bijgevolg gesterkt voelen in
zijn daadkracht. Hij voelt zich hierbij gesteund door de Raad van
Commissarissen en zijn externe adviseurs. Tegelijkertijd voelen managers,
medewerkers en OR zich steeds meer geruggesteund in
hun gevoel ‘als kleine kinderen te worden behandeld’. De betrokken partijen
versterken in onderlinge wisselwerking het ingezette negatieve systemische
patroon van actie en reactie. Chris reageert steeds gekrenkter
op wat door hem wordt ervaren als een aanval op zijn koers, terwijl hij juist
de organisatie meent te redden. Dit persoonlijke patroon vormt de basis voor
zijn vastbesloten interventies. Het belemmert hem op afstand te beschouwen wat
er aan de hand is. Dit alles houdt het systemische patroon onveranderd in
stand.
Gevangen zitten in een systemisch
patroon (zoals dat Chris overkomt) geeft een gevoel in een bootje te roeien en
niet vooruit te komen. Dat is echter niet het enige. Iemand als Chris kan door
zijn machtspositie en emotionele reactie op weerstand een complete organisatie
meetrekken! Wanneer zelfs een splitsing dreigt, kan dit een organisatie ver van
huis brengen. De visie wordt niet geïmplementeerd en de verandering zal
stagneren. In het ergste geval moet het gehele proces met een nieuwe directie
van voren af aan worden begonnen.
Het belangrijkste middel om
tot het doorbreken van systemische patronen te komen is reflectie, zodat het
patroon kan worden opgespoord. Door reflectie kan worden
geanalyseerd wat de weerstand oproept en welke interventie kan worden gedaan. Dit
om te voorkomen dat automatisch naar méér van hetzelfde wordt gegrepen.
Wat zou het resultaat van
deze reflectie kunnen zijn in een casus zoals die van Chris?
In een eerder artikel in Managementsite.net
besprak ik reeds het interactieve patroon. Reacties
naar omoeskops@roodpurper.nl bel
023-5479347.
Campbell D., T. Coldicott, K. Kinsella (1994), Systemic work with organizations, A new model for managers and change agents. Systemic
thinking and practice series. –
Campbell D., R. Draper, C. Huffington (1991), A
systemic approach to consultation. Systemic thinking and practice series. –
Kernberg O. (1998), Ideology, Conflict and Leadership
in groups and organizations. –
Mc Caughan N., B. Palmer (1994), Systems thinking for
harassed managers. Systemic thinking and practice series. – London : Karnac Books